LONGREAD: Suzanne Collins over De Hongerspelen
Een interview met Suzanne Collins over De Hongerspelen
De Hongerspelen van Suzanne Collins kwam uit in 2008. Het is het eerste deel in de trilogie met dezelfde naam waarbij ook de delen Vlammen (2009) en Spotgaai (2010) horen. De serie heeft wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht en stond meer dan 260 achtereenvolgende weken op de New York Times-bestsellerlijst. De boeken leverde vier recordbrekende films op en zorgde voor ontelbaar veel Katniss cosplays en Halloweenkostuums. David Levithan, de vicepresident en uitgever van Scholastic én auteur van onder andere Every Day, interviewde Suzanne Collins om deze speciale gelegenheid te vieren. Hieronder vind je een deel uit dit interessante interview. Pas wel op: spoilers!
David Levithan: Laten we beginnen bij het begin van De Hongerspelen. Je was op een avond aan het zappen…
Suzanne Collins: Ja, ik was heen en weer aan het zappen tussen een realityserie en beelden van de oorlog in Irak toen ik het idee kreeg. Op dat moment was ik het vijfde boek van The Underland Chronicles aan het afronden, maar in mijn hoofd was ik al bezig met mijn volgende project. Ik worstelde met een ander verhaal wat ik maar niet op papier kreeg. Ik wist dat ik door wilde gaan met het schrijven over de theorie over rechtvaardige oorlogen voor een jong publiek. In The Underland Chronicles schreef ik over een onrechtvaardige oorlog die uitgroeide tot een rechtvaardige oorlog vanwege hebzucht, xenofobie en langdurige haat. Ik wilde iets compleet anders voor mijn nieuwe serie: een andere wereld en een nieuwe invalshoek in het debat over rechtvaardige oorlogen.
DL: Wat bedoel je precies met rechtvaardige oorlogen en hoe is dit concept van toepassing op De Hongerspelen?
SC: De theorie over rechtvaardige oorlogen heeft zich ontwikkelt over duizenden jaren en doet een poging om uit te leggen welke omstandigheden je het morele recht geven om oorlog te voeren en welk gedrag in die oorlog aanvaardbaar is en in de nasleep ervan. De hoe en het waarom. De theorie helpt om onderscheid te maken tussen wat als een noodzakelijke en een onnodige oorlog wordt beschouwd. In De Hongerspelen trilogie komen de districten in opstand tegen hun regering vanwege zijn corruptie. De inwoners van de districten hebben geen fundamentele mensenrechten, worden behandeld als slaven en worden ook nog eens jaarlijks onderworpen aan de Hongerspelen. Ik geloof dat de meerderheid van de hedendaagse lezer dat een goede basis zal vinden voor een revolutie. Ze hebben gegronde redenen, maar de aard van het conflict roept veel vragen op. Hebben de districten het recht om deze oorlog te voeren? Wat zijn hun kansen op succes? Hoe veranderd de herontdekking van District 13 de situatie? Als we aan het verhaal begin is Panem een tikkende tijdbom en Katniss is de vonk.
DL: Je maakt al vroeg een connectie met mythologie, met de name de mythe van Theseus. Hoe paste dit in het verhaal?
SC: Ik was een grote Griekse mythologie-nerd als kind, dus het was onmogelijk om dat niet in mijn verhalen te verwerken. De connectie met de mythe van Theseus was er eigenlijk vanaf het begin. Als jonge prins van Athene deed hij mee aan een loterij waarbij zeven jongens en zeven meisjes naar Kreta moesten en in een labyrint werden gegooid om vervolgens door een Minotaurus vermoord te worden. Deze overdreven wrede straf werd in een bepaalde versie van de mythe opgelegd door Kreta, omdat Athene tegen hen in opstand was gekomen. Soms is het labyrint een doolhof, soms een arena. In mijn puberteit las ik The King Must Die van Mary Renault; een bewerking van deze mythe waarin de tributen in de Bull Court belanden. Ze worden gedwongen om op te treden met een wild stier voor de elite van Kreta, die geld inzetten op degene die volgens hen het langs zal overleven. Theseus en zijn team dansen en springen over de stier heen, wat bull-leaping wordt genoemd. Je kunt hier afbeeldingen van zien in antieke beeldhouwwerken en vaasschilderingen. De show eindigt als ze de stier hebben uitgeput of als iemand wordt gedood. Na het lezen van dit boek kon ik het labyrint nooit meer zien als een doolhof, behalve misschien ethisch. Het zal voor mij altijd een arena zijn.
DL: Maar in De Hongerspelen heb je de Minotaurus niet gebruikt. In plaats daarvan gaat het in de arena meer om gladiator versus gladiator en niet om gladiator versus stier. Wat heeft deze constructie beïnvloed?
SC: Een fascinatie voor de gladiatorenfilms uit mijn jeugd, in het bijzonders Spartacus. Als deze film aanstond zat ik aan het beeld gekluisterd. Mijn vader las me daarna altijd stukjes voor van Het leven van Crassus uit Parallelle Levens van de Griekse filosoof Plutarchus, aangezien Spartacus, als slaaf, maar een kant van het verhaal liet zien.
DL: Een ander belangrijk deel van De Hongerspelen is de stem en het perspectief van Katniss. Sommige romanschrijvers beginnen met een personage en vinden vervolgens een verhaal dankzij dat personage, maar ik geloof dat je bij De Hongerspelen eerst het idee voor het verhaal had en daarna Katniss er pas bij kwam. Waar kwam ze vandaan?
SC: Katniss verscheen bijna onmiddellijk nadat ik het idee kreeg. Ze stond bij haar bed met die pijl-en-boog. Tijdens The Underland Chronicles heb ik veel onderzoek gedaan naar verschillende soorten wapens. Ik maakte toen weinig gebruik van boogschutters omdat ze licht nodig hebben en de Underland heeft weinig natuurlijke lichtinval. Maar een pijl-en-boog kan met de hand gemaakt worden, van een afstand worden afgeschoten en kan ook gebruikt worden als wapen als het verhaal overgaat in oorlog. Katniss was een geboren boogschutter. Haar naam kwam later, toen ik onderzoek deed naar overlevingstechnieken en specifiek naar eetbare planten. In een van mijn boeken vond ik het Pijlkruid, een plant met pijlpuntvormige bladeren, en hoe meer ik erover las, hoe meer het haar leek te weerspiegelen. De Latijnse naam heeft dezelfde wortels als het woord Sagittarius, de boogschutter. De eetbare knolwortels kon ze verzamelen, de pijlpuntvormige bladeren waren haar verdediging, en de kleine witte bloesems hield de traditie van bloemennamen, zoals Rue en Primrose, in stand. Ik heb de lijst met alternatieve namen bekeken, maar Katniss won het gemakkelijk van Swamp Potato en Duck Potato. Wat haar stem betreft, was ik niet van plan om in de eerste persoon te schrijven. Ik dacht dat het boek in de derde persoon zou zijn zoals The Underland Chronicles. Maar toen ik aan het werk ging en de eerste pagina’s zichzelf leken te schrijven in de eerste persoon was net het alsof Katniss zei: “Aan de kant, dit is mijn verhaal.” Dus ik liet haar.
DL: Ik ben nieuwsgierig naar Katniss’ familie.
SC: Haar ouders hebben hun eigen geschiedenis in District 12, maar ik heb alleen opgenomen wat relevant is voor het verhaal van Katniss. Haar vaders jachtvaardigheden, muzikaliteit en zijn dood in de mijnen. Haar moeders talent voor geneeskunde en haar kwetsbaarheid. Haar diepe liefde voor Prim. Dat zijn de elementen die voor mij essentieel leken. Ik heb een wereld aan informatie over de personages die het boek niet haalden. Bij sommige verhalen kan het onthullen van deze informatie verhelderend werken, maar ik denk dat het in het geval van De Hongerspelen alleen maar een afleiding zou zijn, tenzij het deel uitmaakte van een nieuw verhaal in de wereld van Panem.
DL: Wanneer werden Peeta en Gale deel van het verhaal? Wist je vanaf het begin hoe hun verhaallijnen samen zouden komen met die van Katniss?
SC: Peeta en Gale verschenen snel, niet zo zeer als twee delen van een liefdesdriehoek, maar meer als twee andere perspectieven in het debat over rechtvaardige oorlogen. Gale neigt vanwege zijn ervaringen en temperament naar gewelddadige middelen. Peeta’s natuurlijke neiging is richting diplomatie. Katniss beslist niet alleen over een partner; ze bepaalt ook wat haar wereldbeeld is.
DL: Waarom is Peeta een bakker?
SC: Brood is van groot belang in De Hongerspelen. Het is de belangrijkste voedselbron in de districten, zoals het historisch gezien ook voor veel mensen was. Wanneer Peeta in de flasback een uitgehongerde Katniss een brood toegooit, geeft hij haar de kans om te overleven. Het leek passend om hem een bakker te laten zijn; een gever van leven. Maar er is ook een donkere kant aan brood. Als Plutarch Heavensbee er naar verwijst heeft hij het over Panem et Circenses, Brood en Spelen, waar eten en entertainment mensen ertoe bewegen hun politieke macht op te geven. Brood kan bijdragen aan leven of dood in De Hongerspelen.
DL: Met het oog op world-building, hoeveel wist je over Panem voordat je begon met schrijven?
SC: Ik wist dat er dertien districten waren – dat is een knipoog naar de dertien koloniën – en dat ze allemaal bekend zouden staan om een specifieke industrie. Ik wist dat 12 steenkool zou zijn en de meeste anderen stonden ook vast, maar ik had nog wat lege plekken die zich vulden naarmate het verhaal zich ontwikkelde. Toen ik klein was hadden we een bordspel, Game of the States, waarbij elke staat werd geïdentificeerd door zijn export. En zelfs vandaag de dag associëren we verschillende gebieden in het land met een product, met zeevruchten of wijn of technologie. Het is natuurlijk een zeer vereenvoudigde kijk op Panem. Geen district bestaat volledig uit zijn aangewezen handel. Maar voor de doeleinden van De Hongerspelen is het een andere manier om de districten te verdelen en te definiëren.
DL: Waar schrijf je? Schrijf je op papier of op een laptop? Luister je naar muziek terwijl je schrijft of heb je liever stilte om je heen?
SC: Ik schrijf het beste thuis, in mijn luie stoel. Ik heb vroeger veel met de hand geschreven, maar nu schrijf ik alles op een laptop. Absoluut geen muziek; dit vereist om naar geluisterd te worden. Ik hou van rust, maar niet van stilte.
DL: Je had het eerder over je onderzoek naar overlevingstechnieken en eetbare planten voor deze boeken. Heb je nog ander onderzoek gedaan?
SC: Weet je, ik ben gewoon niet erg handig. Ik lees veel over hoe je vanuit het niets een boog kunt maken, maar ik betwijfel of ik het zelf ooit zou kunnen. Goed zijn met je handen is een geschenk wat ik helaas niet gekregen heb, dus ik doe veel research voor mijn boeken. Soms bezoek ik musea of historische plekken voor inspiratie. Op de toneelschool heb ik veel aan toneelvechten gedaan, met name zwaardvechten. Ik heb nog een mooie verzameling toneelzwaarden, maar dat was nuttiger voor The Underland Chronicles. De enige keer dat ik met een pijl-en-boog schoot was tijdens gymles op de middelbare school.
DL: Je hebt meegeschreven aan het scenario voor de eerste Hunger Games film. Ik weet dat het enorm lastig is voor een auteur om zijn eigen werk aan te passen. Hoe heb je dat benaderd?
SC: Ik schreef de eerste versie en toen nam Billy Ray [scriptschrijver] het over voor de volgende versies. Vervolgens ontwikkelde onze regisseur Gary Ross het script tot een opnamescript en uiteindelijk hebben we de laatste stappen met zijn allen gedaan. Ik heb het boek ingekrimpt, wat zoiets inhoudt als het schrappen van ontzettend veel details, zolang de structuur maar behouden blijft. Ik denk dat het moeilijkste voor mij was, omdat ik geen erg visueel persoon ben, om een manier te vinden hoe ik veel woorden om kon zetten in weinig beeld. Billy en Gary, beiden veel meer ervaren scenarioschrijvers en getalenteerde regisseurs, blonken daar echt in uit. Gedurende de hele franchise had ik geweldige scenarioschrijvers, en Francis Lawrence, die de laatste drie films regisseerde, is een ongelooflijke visuele verhalenverteller. Het meest lonende moment van de film was de eerste keer dat ik hem zag, nog steeds in ruwe vorm, en dacht dat dit wel eens zou kunnen werken.
DL: Zie je je personages voor je als je schrijft? Zo ja, hoe dicht kwam Jennifer Lawrence bij de Katniss in je hoofd? En als je nu aan Katniss denkt, zie je dan Jennifer of zie je nog steeds wat je eerder zag?
SC: Ik zie de personages zeker voor me als ik schrijf. De actrice die er precies zo uitziet als mijn boek-Katniss bestaat niet. Jennifer leek er het meest op en voelde heel goed, wat belangrijker is. Ze zet een geweldige prestatie neer. Als ik aan de boeken denk, dan zie ik nog steeds mijn oorspronkelijk beeld van Katniss. Denk ik aan de films, dan denk ik aan Jen. Die beelden botsen niet meer dan het boek botst met de film. Omdat het trouwe verfilmingen zijn wordt het verhaal het belangrijkste. Sommige mensen zullen nooit een boek lezen, maar ze kunnen hetzelfde verhaal in een film zien. Als het goed werkt ondersteunen deze twee dingen elkaar en kunnen ze elkaar zelfs verrijken.
DL: Alle acteurs hebben fantastisch werk geleverd met je personages. Wie is je echt bijgebleven?
SC: Een bevriende auteur zei ooit: “Jouw cast – ze zijn net een mand vol diamanten.” Zo denk ik aan hen. Ik heb ontzettend veel geluk gehad om met zo’n getalenteerd team – regisseurs, producenten, scenarioschrijvers, acteurs, ontwerpers, editors, marketing, publiciteit, iedereen – deze reis te mogen maken. En ik ben zo dankbaar voor de lezers en kijkers die hebben geïnvesteerd in De Hongerspelen. Verhalen worden gemaakt om gedeeld te worden.
Meer in deze rubriek
5 vragen aan Esther Walraven |
5 vragen aan Buddy Tegenbosch |
5 vragen aan Miriam Bruijstens |
Kijktip: Mijke Pelgrim vertelt over haar nieuwe boek |
Pages
Meer in deze rubriek
5 vragen aan Esther Walraven |
5 vragen aan Buddy Tegenbosch |
5 vragen aan Miriam Bruijstens |
Kijktip: Mijke Pelgrim vertelt over haar nieuwe boek |
5 vragen aan Henk Hardeman |
De uitdager van Taran Matharu |
Q&A met Nina de Pass |
Would you rather? met Helena Fox |
Interview met Helena Fox over Steeds verder weg |
Ook zo'n fan van H@ck? |
Interview met Nic Stone |
‘Zij en ik is een liefdesbrief aan mijn tiener-zelf’ |
Column: Optelsom |
'Dit boek heeft een speciaal plekje in mijn hart' |
#vraaghetdecorrector |
Blijf lezen, halfgoden! |
Op zoek naar de boektrailer... |
Zo kwam ik op het idee voor De eliminatie |
Column: Mink, magie en Huize Sandra |
Piper Perish en ik |
Terug naar de dinosauriërs |
Historie, cultuur en Pokémon |